Tijd om kennis te maken met de man met opvallende achternaam: Fruianu. (Uitgesproken vanuit het Italiaans: FROE - JA -NOE)

Waar komt deze niet-Haagse naam vandaan?

Mijn vader behoorde tot de eerste generatie gastarbeiders. Geronseld door de Staatskolenmijnen ruilde hij Sardinië in voor een bestaan in Nederland en ging in 1958 werken als mijnwerker in Limburg. In 1963 verhuisde hij naar Den Haag en leerde in een dansgelegenheid aan het Spui een blonde Haagse kennen. Mijn moeder, een Beckers-Stoops, werkte destijds in het Haags Modehuis, woonde in Molenwijk en onze familie gaat terug naar de volkse Rivierenbuurt uit het Den Haag van de 19e eeuw.  

Waar ligt jouw thuis in Den Haag?

Geboren ben ik in het oude Westeinde ziekenhuis 'Johannes de Deo' daarna woonde ik achtereenvolgens in Molenwijk, Delft, Bouwlust, Regentessekwartier en het Oude Centrum. Inmiddels woon ik alweer 25 jaar in mijn typisch Haagse portiekwoning in Kortenbos, jawel, 300 meter van mijn geboorteplek. 

Wat is je favoriete Haagse plek? 

In Den Haag voel ik me op veel plekken thuis. De seizoenen sturen mijn stemming. Denk aan het melancholische gevoel wat je krijgt als je in de herfst op het Lange Voorhout of park Clingendael loopt. De heel verschillende terrassen van Den Haag, waar ik graag kom en me thuis voel. De Grote Markt, met bezoekers die zichzelf zijn, het Plein waar bezoekers gezien willen worden, de dunne Bierkade waar ontspannen genieten van een biertje voldoende is. En zit het even tegen? Dan is er de kalmerende kracht van zeewind tijdens een stevige wandeling op het havenhoofd of op het strand van Kijkduin, het geeft mij vaak weer nieuwe energie.   

Waar ben je naar school gegaan?

Na de Antonius MAVO in Delft bezocht ik het Tinbergen MEAO, voor een degelijke administratieve opleiding, toen nog aan de Weesperstraat en bij de Leyweg.  Daarna wilde ik journalist worden, maar omdat we het thuis niet breed hadden zat een dagstudie in Utrecht er niet in. Ik besloot een opleiding commerciële economie te volgen in de avonduren aan de Haagse Hogeschool aan de Houtrustweg.  Met een A-typische achtergrond voor de meeste rijksambtenaren, ging ik daarna als HEAO-er aan de slag voor de Rijksoverheid. Mijn nieuwsgierigheid en wens te blijven doorontwikkelen zorgde dat ik tien jaar geleden mijn HEAO aanvulde met een master Strategic Urban Studies aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur aan het Lange Voorhout. Inmiddels werk ik heel wat jaren als senior-beleidsadviseur en projectleider voor de Rijksoverheid.

 

Waarom wil je de actieve politiek in?

In gesprekken met vrienden merkte ik dat zij zich steeds kritischer afzetten tegen de politiek en het Den Haag zoals dat vorm krijgt. Dan kun je aan de zijlijn blijven staan of zelf aan de slag gaan. Ik hou van mijn stad en zijn mensen. Ik begrijp hun cynisme, onvrede en kritiek, maar haat kan geen oplossing bieden. Samen met de beschamende opkomst bij de vorige verkiezingen van 48,2% en mijn eigen onvrede over de vaak eenvoudige benaderingen van vraagstukken in de politiek, deden mij besluiten actief te worden. Als vrijdenker maar ook als no-nonsens Hagenees wil ik tegenwicht bieden aan een politiek van gemakkelijke antwoorden, roeptoeteren en volksmennerij. 

Wat doet je als no-nonsense-Hagenees bij D66?

Mijn nieuwsgierigheid en de wil mezelf te ontwikkelen drijft mij op een natuurlijke manier altijd richting mensen met inhoud. Ik vind het fijn te luisteren naar mensen die met kennis van zaken werken aan een betere samenleving. Met alleen stoer meelullen en overal lekker tegen aanschoppen bouwen we geen stad. Toen ik ging studeren aan de HEAO raakte ik geïnspireerd door Hans van Mierlo. Zijn verhaal over een open, betrokken, verantwoordelijke samenleving past bij mij. Bovendien is D66 de partij die voortdurend een evenwicht probeert te vinden tussen de belangen van inwoners, de ideeën van slimme ondernemers en de adviezen van de professionals op het stadhuis. Het is niet: "ik kom op voor inwoners OF bedrijven OF overheid." Samenleven is: 'EN'. En daarmee is D66 al 55 jaar in Den Haag een degelijke en betrouwbare factor op het stadhuis. 

Wat wil je de komende vier jaar bereiken?

De politiek moet aan de slag met het herstellen van vertrouwen. In mijn optiek begint dat niet met hemelbestormende thema's en groepen de schuld geven, maar met ‘de basis op orde brengen'. Eerste prioriteit is dat een ieder zelf kan rondkomen en betaalbaar kan wonen en zorg, onderwijs en mobiliteit kan gebruiken. Ten tweede gaat de politiek niet alleen over het wat, maar ook over hoe? Daarbij streef ik als D66-er pragmatisch naar de beste oplossing en wil ik oog houden voor schoonheid en kwaliteit, groen ook echt doen en de menselijke maat niet uit het oog verliezen. Tot slot weet jij als bewoner vaak het beste hoe je buurt te verbeteren. Oplossingen van inwoners uit meer dan 100 eigen Haagse buurtjes dienen een sterkere plek te krijgen in het beleid van onze gemeente. 

Klinkt goed, maar abstract. En concreet?

Concreet ga ik me bezig houden met het versterken van het ondernemersklimaat in onze stad. Uit analyses over de Haagse economie kun je opmaken dat Den Haag een eenzijdige op bestuur gerichte economie heeft en te afhankelijk is van een aantal grote spelers. Verder liggen er kansen in vergroening, zorg en toerisme. We kunnen werk maken door meer verschillende soorten bedrijven aan te trekken (diversificatie) bijvoorbeeld 'maak en zorgbedrijven', maar ook door het versterken van bestaande bedrijven (clustering) door meer aandacht voor innovatie. Een ander belangrijk thema is het samen optrekken van stad en ondernemers, om de stad aantrekkelijk te houden. Hierin heeft iedereen een rol te vervullen. Tot slot is het belangrijk dat er stevig wordt geïnvesteerd in een aantrekkelijk Den Haag. Onze levendige binnenstad en boulevard kunnen nog een slag maken. Voor wie wil zien zijn er kansen volop. Alleen al de economische kansen in ons Europees achterland, ze liggen voor het oprapen, maar dat gaat niet vanzelf.